top of page
Zoeken
Foto van schrijverJarichje Moeshart

Over helpers en redders


In mijn vorige blog heb ik al het één en ander verteld over slachtofferschap en het belang van eigen verantwoordelijkheid nemen. We hebben allemaal trauma’s opgelopen, we hebben allemaal boodschappen te verwerken gekregen dat we niet goed genoeg waren of niet gezien werden, de één meer dan de ander. Ook veilig gehechte mensen. Maar nu zijn we volwassen en niet meer dat kind van toen. Of niet meer het slachtoffer van een paar jaar geleden. Dat maakt wat er is gebeurd niet minder pijnlijk. Maar er is pijn en er is lijden. Dat laatste creëren we zelf. Dat betekent dat je de pijn aanvult met strategieën om te overleven. Hoe lang wil je dat jouw trauma jouw identiteit gaat bepalen?

De drama-driehoek

Iedereen die een trauma heeft meegemaakt is een slachtoffer daarvan. Dat is een gevolg van iets naars dat je is overkomen. Maar als je je hecht aan die rol van het slachtoffer, aan het geklaag, aan de passiviteit, en het gebruikt als manier om niets met je eigen pijn te hoeven doen, dan ben je in een overlevingsstrategie geschoten die uiteindelijk alleen maar leed oplevert, ook al heb je er ook voordelen van. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat een slachtoffer nooit op zichzelf kan opereren. Er zijn andere spelers voor nodig om het drama in stand te houden: met name de Aanklager (degene die zich agressief opstelt, die iets doet waar het slachtoffer onder te lijden heeft), en de Redder of Helper (degene die te hulp schiet). Dat maakt de beroemde drama-driehoek compleet. Alle drie hebben ze last van gevoelens van minderwaardigheid, alleen uit zich dat op een verschillende manier. Het slachtoffer zwelgt erin, de aanklager maskeert het door een misplaatst gevoel van meerderwaardigheid, gevoed door macht, de Redder handelt eigenlijk ook vanuit een gevoel van meerderwaardigheid; zijn ego moet gevoed worden door andere mensen te helpen. Veelal van de regen in de drup. Minderwaardigheid, superioriteit, het is in elk geval geen gelijkwaardigheid. En ze nemen alle drie ook geen verantwoordelijkheid voor hun eigen stukken. Wat zijn de overlevingsmechanismes? Vaak projectie (aanklager: zoekt de schuld bij de ander), zelfmedelijden (slachtoffer, kijk hoe zielig ik ben), en aandacht vragen door te presteren (helper, kijk naar mij, ik ben goed bezig). In de praktijk wisselen mensen ook nogal eens van rol.

Bekentenissen van een geparentificeerd kind

“Ik ben kleine Jarichje. Ik ben 5 jaar oud. Van mijn ouders moet ik het niet hebben, die hebben hun leven niet goed op orde. Mijn moeder heeft heel veel zorgen om mijn broertje en mijn vader is er nooit. Ik moet haar helpen, haar zo min mogelijk tot last zijn. Mijn broertje is heel vervelend, zij kan hem niet goed aan. Ik zal hem een beetje helpen opvoeden. Misschien dat ze dan ziet hoe lief ik ben en dan krijg ik ook misschien wat aandacht! Wat een goed plan, dat ga ik doen.

Ik ben kleine Jarichje. Ik ben 5 jaar oud, maar mijn lichaam is nu 15 jaar oud. Ik ben nog steeds een lief meisje, maar ik hoor er niet helemaal bij op school. Ik trek me vaak terug in mijn eigen wereld en ben ouder en volwassener voor mijn leeftijd. Vroegrijp zeggen ze. Mijn ouders zijn net gescheiden, mijn mama is een beetje ontspoord. Mijn vader en stiefmoeder (die ik niet aardig vind) hebben aangeboden dat ik bij hen kom wonen, maar ik wil niet verhuizen en ik kan mijn moeder en mijn broertje toch niet alleen laten? Dat mijn vader is weggegaan is al erg genoeg.

Ik ben kleine Jarichje. Ik ben nog steeds 5 jaar oud, maar mijn lichaam is ondertussen 30 jaar oud. Ik heb een vriend die heel veel aandacht vraagt. Hij heeft ook heel veel pech in het leven. Er zijn steeds opdrachtgevers die niet met hem willen samenwerken, of hij heeft met mensen ruzie. Ik begrijp die mensen wel, maar ik begrijp hem ook wel. Hij heeft het als kind ook moeilijk gehad. Eerst dacht ik dat we elkaar konden helpen, maar de laatste tijd lijkt het alsof ik hem alleen maar moet helpen. Ik ben al dat helpen eigenlijk wel zat, het lijkt ook geen effect te hebben. Maar ik kan hem toch niet in de steek laten? Hij heeft nu ook therapie, ik heb hem daartoe aangemoedigd. Misschien helpt dat en ziet hij mij dan weer.

Ik ben kleine Jarichje. Ik ben 5 jaar oud, maar grote Jarichje is nu 39 jaar. Zij is nu therapeut. Ze heeft met mij afgesproken dat zij dat gaat doen en dat ik mag gaan spelen. Ik ben heel blij dat ze contact met mij heeft gemaakt en dat ik een hond heb gekregen die over me waakt en waar ik spelletjes mee kan doen als zij druk is. Ik heb ook erg gehuild om wat er toen allemaal is gebeurd. Het was fijn dat dat een keer mocht. Ik wist eigenlijk zelf niet hoe moe en bang en verdrietig ik was. Toen kreeg ik van haar knuffels, en nu ben ik weer stukken vrolijker. Af en toe ben ik nog wel een beetje moe of bang of verdrietig, maar ik ben niet meer zo alleen.”

Het drama voorbij?

Zit jij ook in een dramadriehoek, en ben je je rol beu? Dan wil ik wel samen met je kijken of het anders kan. Ik zeg bewust niet: helpen. Want jij helpt jezelf. Dat is jouw eigen verantwoordelijkheid, en gelukkig heb jij ook alle middelen in huis om dat te doen! Want jouw ziel, jouw onbewuste, jouw bewuste en jouw lichaam werken allemaal samen om voor jou het hoogste goed te bereiken.

111 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page