top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverJarichje Moeshart

Hechting en relaties


Al eerder schreef ik een blog over hechting en hooggevoeligheid. Gisteren zat ik met iemand te praten en werd ik me opnieuw gewaar van de invloed van hechting op relaties. Laat ik eerst weer even kort wat over hechting vertellen. Scroll vooral verder als je dit stuk al kent. Grofweg bestaan er vier hechtingsstijlen, waaronder één veilige, twee onveilige (angstig of vermijdend) en een verstoorde hechtingsstijl, die ik nu even buiten beschouwing laat. Hechting is een natuurlijk proces in de kindertijd, en zeker in de eerste 6 maanden van het leven van een kind is het van levensbelang dat de baby genoeg geknuffeld, opgepakt, aangeraakt en gespiegeld wordt. Het is immers totaal afhankelijk van ouders/verzorgers en heeft het nodig om gerustgesteld te worden dat er altijd iemand is om op te vertrouwen. Dat vertrouwen creëert de veiligheid die noodzakelijk is voor het kind om zich later, in de peuter- en kleuterfase, los te maken van de ouders en te gaan ontdekken wat de wereld inhoudt. Om weer terug te keren naar de veiligheid van moeders rok, als het te spannend wordt. Als dit allemaal goed gaat, heeft het kind zich voldoende kunnen hechten aan iemand, om zich veilig en vertrouwd te voelen om te gaan verkennen. In de wetenschap dat er een veilig nest is om weer naar terug te keren.

Knuffelen?

Toch speelt er meer dan alleen opgepakt en geknuffeld worden een rol bij het al dan niet ontstaan van een veilige hechting bij een kind. Moeders die emotioneel niet lekker in hun vel zitten, bijvoorbeeld door een postnatale depressie, of doordat ze overweldigd zijn door het moederschap, zullen niet in staat zijn om diezelfde veiligheid aan het kind te geven als een moeder die wel stabiel is. Sterker nog, ik heb gemerkt dat, gevoelige wezentjes die baby’s zijn, zij haarfijn kunnen oppikken of hun moeder/verzorger nog rondloopt met wonden uit haar eigen kindertijd. Kortgezegd: een moeder die rondloopt met een verwond innerlijk kind, zal, hoezeer ze ook probeert, waarschijnlijk niet in staat zijn om haar echte kind die veiligheid te bieden. Simpelweg omdat ze het zelf nog ontbeert. Wat je niet hebt, kun je ook niet geven.

De powervrouw stort in

Nu komen die kinderen van ouders met onverwerkte verwondingen meestal nog niet zo slecht terecht. Diegene met wie ik gisteren sprak, is enorm zelfstandig, heeft een goede baan met verantwoordelijkheden over een team, is bereisd, belezen, kan zich fantastisch uitdrukken, is behoorlijk zelfverzekerd. Wat is het probleem dan? Ze is alleen. Haar relaties sneuvelen omdat ze op mannen valt die om de één of andere reden onbereikbaar zijn. Onlangs heeft ze zich opengesteld voor de man die haar perfecte match leek. Na de nodige intimiteit heeft hij echter gezegd dat, hoezeer hij ook aangetrokken is tot haar, hij geen relatie wil. De afgelopen weken, maanden heeft ze aan één stuk door gehuild. Van de onafhankelijke, sterke powervrouw was nog maar weinig over. Wat gebeurt hier nu precies?

Een verwond kind

Mijn gesprekspartner kwam er zelf achter, na zich te hebben ingelezen in het onderwerp – een fantastisch begin overigens, dus ook hulde aan jou, lezer! – dat ze een angstig/gepreoccupeerde hechtingsstijl had. Die stijl ontstaat, zoals ik haar uitlegde, wanneer je in je jeugd vooral concentreert op de ander (in de kindertijd is dat je verzorger, later wordt dat je eventuele partner). Je verlaat jezelf, om je te hechten aan de ander. Dit wordt een onveilige hechtingsstijl genoemd omdat je hierbij onvoldoende vertrouwen hebt in het feit dat jij als persoon oké bent, en goed voor jezelf kan zorgen. Dit klinkt wat hard wellicht, en ik heb hier niet de ruimte om alle nuances van dit verschijnsel in te gaan, maar je hebt de ander als het ware nodig om iets in jou op te vullen. Diep binnenin jou zit er nog een klein kind dat op zoek is naar bevestiging, naar knuffels, naar aanraking en die behoefte is groot. Veel groter dan je zelf vermoedt, en het bizarre is dat het pas aan het licht komt, geactiveerd wordt, als je iemand ontmoet die dit verlangen in jou triggert. Je wordt even gezien, het innerlijke kind krijgt een aai over d’r bol. Wat heerlijk, eindelijk!

Magneetjes

Maar wat een pech. De ander trekt zich terug en jij valt van je roze wolk in een diep, diep gat. Al je zekerheden die je dacht opgebouwd te hebben vallen weg, je voelt je niet meer je zelfverzekerde zelf, je eigen gezelschap was voorheen prima, maar nu niet meer. Exit powervrouw. Helaas is het namelijk zo, dat mensen met een onveilige hechtingsstijl elkaar aantrekken. Eerder zei ik al dat er twee onveilige stijlen zijn, de angstige en de vermijdende. Laten die twee elkaar nu net aantrekken! Met een angstige stijl, waarbij je gepreoccupeerd bent met de ander, trek je dus iemand aan die heeft geleerd vanuit zijn kindertijd dat het onveilig is om zich al te zeer te hechten. Bindingsangst noemen we dat ook wel. Het zijn als twee magneetjes, die elkaar steeds weer vinden. Loslaten van de partner in kwestie kan heel moeilijk zijn, omdat de push-pull factor heel sterk is. Dat worden relaties van aantrekken en afstoten, totdat één van beiden besluit dat het genoeg is. Vaak degene die er het meest onder lijdt, die huilend op de bank zit na de zoveelste afwijzing. Dat is een dappere stap, en de weg naar heling.

De helende beweging

Ik ontleen deze term aan het boek van Hannah Cuppen, Liefdesbang, omdat ik hem eigenlijk zelf niet beter kan formuleren. Het loslaten van de partner is niet per se de weg naar bevrijding, omdat daarmee de dynamiek niet doorbroken is. Die zit in jou, en daar ligt ook de oplossing. Zoals ik gisteren al tegen mijn kennis zei, je doet er al fantastisch aan om je bewust te worden van de problematiek, en ook om nee te zeggen tegen een relatie waarbij je zeker weet dat je in die dynamiek gevangen zult blijven. Het helen van jezelf, je verwonde innerlijke kind dat tekortgekomen is, is iets dat je zelf zult moeten doen op de manier die bij jou past. Is dit een reden om de hoop op een relatie maar helemaal te laten varen? Nee, ik vind van niet. Je kunt ook hierin oefenen. En als je niet wilt oefenen, zal het universum je het toch laten doen, want groeien zul je! Jij kan de liefde wel opgeven, maar de liefde geeft jou niet op. Dus zul je vroeg of laat wel weer iemand op je pad krijgen met wie je kan testen hoe ver je gevorderd bent met het cultiveren van zelfliefde. Dat is de uitdaging: bij jezelf leren blijven (jezelf niet verlaten) en jouw innerlijke kind zelf geven wat het nodig heeft in plaats van dat te zoeken bij een ander. Je wilt immers niet dat je partner een ouderrol gaat vervullen, dat is niet de bedoeling van een relatie. Als je dat hebt geleerd, kan het, zoals ze zo mooi zeggen, een aanvulling zijn en geen invulling.

Verder lezen?

Hannah Cuppen - Liefdesbang

Jan Geurts - Verslaafd aan liefde en Bevrijd door Liefde

Robin Norwood - Als Hij Maar Gelukkig is

Annemarie Postma - Liefde Maken

107 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page